Woensdag 3 november 2021 is er een Chanoekafeest voor kinderen gehouden. De beelden hiervan zie je in de Chanoeka 2021 viering op zondag 27 november.
Tag: chanoeka
Chanoeka | Eeuwenlange brandstof
De lichtjes worden aangestoken, we spelen acht dagen lang spelletjes en we verwennen de kinderen met in olie gemaakte gerechten: Chanoeka!
Chanoeka laat ook zien dat militaire macht komt en gaat, dat vrijheid komt en gaat, maar dat het Joodse vlammetje nooit wordt gedoofd! Met het ene vlammetje steken we andere vlammetjes aan en zo groeit het licht gestaag totdat de hele wereld beter kan zien…
Download hier het artikel in printversie (PDF)
Alexander de Grote was de Keizer van het Griekse rijk. Een gebied dat zich over 5000 km uitstrekte, van Griekenland tot het Himalayagebergte, inclusief Israël en Egypte. Alexander respecteerde het Joodse volk en liet hen in Israël in vrijheid leven en hun G-dsdienst beoefenen. Eerder had Alexander de Joodse Hogepriester Shimon Hatsadiek ontmoet en hij was zeer onder de indruk van deze man.
Op tweeëndertigjarige leeftijd stierf Alexander in Babylon een plotselinge dood. Veldheren en stadhouders vochten met elkaar over de opvolging van zijn rijk, een strijd die wel vijftig jaar duurde. Toen kwam er wat rust; het uitgestrekte wereldrijk was uiteengevallen in drie grote rijken van de zogenaamde diadochen (opvolgers) en nog meer kleinere vorstendommen. De drie grote rijken waren:
- Ptolemeïsch Egypte met als hoofdstad Alexandrië.
- Het Seleucidische Rijk, met als hoofdstad Seleucia aan de Tigris rivier, later geslonken tot Syrië met Antiochië als hoofdstad.
- Macedonië inclusief Griekenland met als hoofdstad Pella.
Ptolemaeus (Egypte) en Seleucus (Syrië) bevochten elkaar steeds over Israël, dat precies tussen hen in ligt.
Wrede aspecten
Acht koningen verder werd Antiochus IV Epiphanes de leider van het Syrische deel en viel het Israëlische grondgebied onder hem. Deze nieuwe leider volgde nog steeds de Griekse Hellenistische cultuur die Alexander de Grote van zijn leraar Aristoteles had overgenomen. Het was aan de ene kant een zeer wetenschappelijke cultuur, maar het had helaas ook zijn wrede aspecten. Zo was bijvoorbeeld het vermoorden van kinderen een dagelijks gebruik of omdat ze gehandicapt waren of om de bevolkingsgroei te remmen.
Antiochus plaatste de afgod Zeus in de tempel in Yerushalayim. Hij verbood diverse essentiële Joodse praktijken en vermoordde diegenen die zich niet hellenistisch genoeg gedroegen.
“Alleen een klein groepje orthodoxe, eigenwijze fanatiekelingen haalden het in hun hoofd om zich te verzetten.”
Religieuze vrijheid
De grote meerderheid van het Joodse volk reageerde of apathisch of deed lekker mee met de overheerser. De druk was te groot, de straf te zwaar en sociaal gezien was het niet zo populair om ‘ouderwets te doen’. Men ging veelal met de mode mee. Wilde je meegaan in de maatschappij, dan ging je hellenistisch sporten, denken en je zo kleden.
Alleen een klein groepje orthodoxe, eigenwijze fanatiekelingen haalden het in hun hoofd om zich te verzetten. Hoe durfden ze? Het zou alleen de woede van de overheerser aanwakkeren en de situatie voor het hele volk verergeren. De overwinningskans was nihil!
Hoe het afliep is wel bekend: wonder boven wonder wisten deze Makkabeeën met hun schilden en gebeden het gigantische Syrische leger binnen drie jaar te verslaan. Het was het nieuws van de dag. De religieuze vrijheid was opnieuw gewaarborgd!
Wonder
Voor de politieke onafhankelijkheid moest men nog twee decennia wachten. Toen pas slaagde Shimon Hamakabie erin om de Hasmonese dynastie te stichten: een familie van Joodse priesters die de leiding en heerschappij over Israël wist te handhaven totdat de Romeinen 210 jaar later de tweede tempel verwoestten.
Als de Maccabeeën 164 jaar voor onze gewone jaartelling de oorlog niet hadden gewonnen was dat het einde geweest van de Joodse G-dsdienst. Dan waren het christendom en de islam nooit ontstaan, aangezien deze twee religies pas eeuwen later uit het Jodendom voortvloeiden.
G-dsdienstvrijheid werd op een totaal onlogische manier verkregen. Wie kan begrijpen dat een handje vol Joden een machtige vijand kon verslaan? Het leger waar ze tegen moesten vechten was vele malen sterker en groter. Ze reden op olifanten en konden de Makkabeeën met hun kracht en macht makkelijk verslaan. De overwinning van een handvol Makkabeeën tegen een groot en machtig Syrisch leger ging tegen alle militaire logica in, het was een zuiver wonder.
En daarna… een tweede wonder: het kleine kruikje olie dat in plaats van één dag, acht dagen bleef branden. Stel je voor: je mobieltje is bijna leeg. Je moet hem gauw weer opladen, maar hij blijft toch nog een week werken! Dat was het Chanoekawonder.
Het kruikje olie, het Joodse vlammetje wordt herdacht door kleine en grote kandelaars aan te steken, door acht dagen lang met spelletjes te spelen, je kinderen te verwennen en in olie gemaakte gerechten te nuttigen.
Historische achtergrond
De historische achtergrond en de wonderbaarlijke overwinning wordt echter amper genoemd of herdacht. De Talmoed beschrijft Chanoeka uitsluitend als het olie-wonder. De oorlog wordt daar überhaupt niet vermeld. Vreemd!
Enerzijds vond er een gigantische machtsverschuiving plaats dat consequenties had voor alle bewoners van het land. Zij werden verlost van het barbaarse en tirannieke bewind en konden in vrijheid, zonder angst en zonder zich te moeten verbergen weer Joods leven. Anderzijds bleef in de tempel achter gesloten deuren, waar alleen priesters mochten komen, een kruikje olie zeven dagen extra branden.
Wat als de olie na één dag op was geweest? Wat had dat uitgemaakt in het geheel? Natuurlijk leuk dat G-d nog even een knipoog aan het Joodse volk gaf. Een soort bemoediging en bevestiging van Zijn aanwezigheid en steun. Maar waarom dit kleine wonder zo benadrukken en de oorlog amper benoemen? Hebben onze geleerden zich vergist?
Joodse vlammetje
Onze wijzen hebben echter ver vooruit in de tijd kunnen kijken. Ze begrepen dat militaire macht komt en gaat. En zo was het ook. Twee eeuwen later brachten de Romeinen opnieuw een eind aan de vrijheid.
Een eind aan de politieke onafhankelijkheid… ja.
Een einde aan het Joodse vlammetje … nooit!
Onze tempel is nog steeds niet herbouwd, maar het Joodse vlammetje is nooit uitgegaan. Want… ziet U, olie vermengt zich niet met andere vloeistoffen. Niet alleen dat, olie komt na lang schudden áltijd weer naar boven. Ruim 2000 jaar is aan ons voorbij gegaan. Herhaaldelijk en te veel zijn wij als olijven geperst, verpletterd en geschud…. Maar het vlammetje brandt nog steeds en zal altijd blijven branden.
Een vlammetje dat licht geeft en daardoor duidelijkheid schept. Hierdoor hoeft niemand te struikelen over onwaarheden, valsheid en andere obscure belemmeringen.
Met het ene vlammetje steken we andere vlammetjes aan en zo groeit het licht gestaag totdat de hele wereld beter kan zien.
Dat een beetje olie genoeg was voor acht dagen was werkelijk een wonder. Dat het Joodse volk 2200 jaar na deze geschiedenis nog steeds bestaat is een nog groter wonder!
De Lichtjes stralen liefde, warmte, authenticiteit, licht en hoop uit. Wij proberen om dit allemaal waar te nemen, te voelen en tot ons door te laten dringen waarna wij het met onze medemens kunnen delen.
Dit is dé voorbereiding voor de komst van Mashiach en de herbouw van de Tempel in Yerushalayim, waarbij de gouden kandelaar, die door de Romeinen geplunderd werd, weer in volle glorie ontstoken zal worden, zeer spoedig in onze dagen…amen.
Bracha Heintz
www.chabadutrecht.nl